A.F.Th. van der Heijden wentelt zich in zonde en zoet vergif, maar waartoe precies?
Een jarenzeventigverhaal over jaloezie, met veel expliciete seks: na de lesbische groteske Stemvorken en het nog scabreuzere Zogkoorts weigert A.F.Th. van der Heijden mee te buigen met de ‘preutse’ tijdgeest. Wat heeft hij te bieden?